zondag 11 juli 2010

Lieve M
1
Er zijn gedichten die niet mogen
omdat ze te naakt zeggen waar het op staat.

Zo zou ik je willen schrijven maar
ik durf niet, lieve M., zou ik willen

schrijven: ik denk aan je, hoe je daar
woont in dat kleine vervallen huis

met het kind dat je kind niet is
dat moeke zegt en aandacht vraagt

met de man die wel jouw man is
die geen aandacht vraagt maar stilte

die jou alleen laat met je warme lichaam
bij de houtkachel terwijl het kind speelt

en geen lawaai mag maken want de man
schrijft zulke ontroerende brieven

aan de jongen die zijn zoon niet is.


Lieve M.

2


Je bent koud geworden van alle kou

Je verlangt naar de één terwijl

je het kind draagt van de ander.

Mooi praten kunnen mensen over onfatsoen

maar jij geeft liefde en je krijgt het kind

en verwijten over nutteloos gefantaseer.



Hier zit ik, ver van je bed en denk aan

warmte. Je kind redt zich wel, maar jij M.?




Lieve M.
3

Je kust je moeder niet meer in het ziekenhuis
evenmin je man als je weer thuis bent
thuis in de caravan naast de afbraak
van je huis waar de kolenkachel al weg is
was je je handen onder de dunne straal
verpieterd water om de besmetting
weg te wassen. Ik hoor je stem door de telefoon
die niet besmet, warmte op afstand.

Ik denk aan je kind dat niets weet
dat blank in je slaapt, zich vastbesloten voedt.
Laat het huis klaar zijn als het kind komt.

Lieve M
4

Je maakt je boos omdat je bang bent
dat je emoties een gevolg zijn
van scheikundige reacties in je lichaam.
War schreef Hans Vlek ook al weer
over Dr. Debakey ' die steeds als een traan
opwelt in zijn ooghoek, dit wijt aan een vuiltje
of ui'... wat een onzin. Je verdriet is er
je kind ook en het groeit. Je zegt het zelf
echt of niet, je kunt het evenmin
afmeten aan dat van de wereld
waarin je het kind zal voeden tot man
of vrouw, maar als het een vrouw is
voed het anders op dan je moeder.

=
Lieve M
5
Ik stel me voor dat je denkt:
laat er nu eens eindelijk geen poëzie
uitkomen, maar proza, een man
die rechtuit schrijft of zegt
wat hij vindt, zonder de vorm
van een gedicht, er is genoeg
over mij gedicht, lazer op met je strofen
uitzuigers, poëtische profiteurs
je kunt maar niet steeds op mij teren.

Mijn kind krijgt geen dichtbundel te lezen
de pest is het, alleen nog een krant
of hoogstens een brief van zijn vader.
=
Lieve M.

6


Ik weet niet wat je hier van vindt

maar ik heb geen proza om aan jou…

Ik ga soms zitten voor een brief

en ben bang voor trivialiteiten, laat maar

dit is nu mijn manier om je te laten

weten dat ik aan je denk

en aan die kleine naamloze.



Laat het een vrouw zijn

voed haar sterk op, daar gaat het toch om.


Deze gedichten zijn het niet.

Het is de liefde die zij moet doorgeven

en liever ook ontvangen.
=

Lieve M.

7



Je lijkt op Fénice van Chrétien de Troyes

als je zegt van jouw Cligès: wie het hart heeft

moet ook het lichaam hebben, jouw hart

behoort hem en je hebt het hart

dat niet alleen te beweren, je leeft er naar

of je wilt er naar leven en geven

maar hij wil niet, was je maar een heks

dan kon je hem eerst te drinken geven

de liefde tot stervens toe laten drinken

en dan als Isolde zeggen: als het zo is

ga en haal mijn bruidshemd, ik wacht.

=
Lieve M.
8



Somber en zelfbewust loop je over de Markt.

Je hebt een boek voor hem gekocht

en je voelt je in de steek gelaten

omdat hij ging toen een ander hem riep.

Je bewijst hem steeds maar eer

terwijl hij je achterlaat met wat M.?

Wat doe je alleen in de caravan

bij de oliekachel die brandt

in deze warme lente, wat doe je

als je niet leest? Zit je stil

naar de jonge stieren te kijken

naar de buren, de opgaande zon?
=

Lieve M.
9
Je bouwt zorgvuldig aan een grote woede
terwijl hij het huis laat bouwen.
Je antwoordt alleen nog maar op vragen
over hoe een deur, een venster…
Je gaat naar de dokter en vertelt
kort hoe onzeker hij was over je pijn.

Je zit bij de tandarts te wachten
tot je geholpen wordt aan zichtbaar bederf.

Je wijst hem af als hij je wil strelen
omdat je zijn tederheid niet kan vergeten.

Je kwetst hem omdat je zelf zo lang
verwaarloosd bent, verraden, vergeten.


Lieve M.
10

Hij ging weg om half twaalf, je hoorde
de auto op de kasseien en jij zat
te staren met je handen in je schoot.
Later trok je het bed uit de wand.
Je ging slapen en hoorde nog lang
auto's naderen die verder reden.

Toen ij terug kwam, had hij nog
twee uur om te slapen op de bank.
's Ochtends hield je het kind stil
en bracht hem koffie, terwijl het bed
allang weer in de wand verdwenen was.

==

Lieve M.
11

Je kocht het boek zonder dat je het wist
bij de minnares van je man: gedichten
en zij pakte het met een glimlach, met liefde
in, wetend hoe mooi hij het zou vinden.

Keek ze je na toen je de deur uitging?
Heeft ze zich toen teruggetrokken
uit schaamte, uit verdriet, omdat ze wist
dat zij ook eens zó uit een winkel zou lopen
haar geschenk onder haar armen, haar borsten
zwaar van verlangen, niet zo zwaar als de jouwe.

==

Lieve M.
12

Vandaag zag ik de letter N op een schilderij
van Gianni Dessi uit Rome. Hij schilderde
een lam zoals jij het ooit in je armen droeg
achter het huis dat nu weg is.

Zijn lam was opgebouwd uit figuratieve
resten, vlekken, boven de letter N
die zijn poten vormden, links en rechts
een vlammend angstig duister waartussen
het lam AGNUS aarzelend en teder naar
voren kwam, met hangende oren, bedreigd
door AG en US langs het roomwitte pad
maar het ontkwam naar voren.

=
Lieve M.
13

Iemand werd wakker met de woorden:
'Hij dacht voortdurend aan te vroeg
en dood geboren', Dat mag niet gebeuren
M, jouw kind moet leven zoals kinderen
uit de Sahel dik en rond geboren worden
terwijl hun moeder uitgeput en nauwelijks
zogen kan. Wreed en schoon is het leven
dat zich klaar maakt om in ons huis
te wonen, onze kinderen
ze maken dezelfde fouten of andere
ze gaan gebukt onder ons verleden
maar we zullen rechtop staan
en de liefde begroeten als een wonder.

--
Lieve M.
14

Door de beregende ramen van de caravan
zag ik je buiten lopen: drie beelden
donkere toverlantaarnplaatjes van zuster
Ursula in een getekende werkelijkheid.

Welke vlinders zocht je in het duister
te ontlopen? In drie beelden stilgezet
fasen in een proces naar een voorspelbaar einde.

Alleen die ene vlinder neem je altijd mee.
Je hebt hem gevangen tot de metamorfose
waar hij zelf het leven leven moet
waar hij van je weg vlindert
jouw achterlatend met je bittere honing.

==
Lieve M.
15

Je zegt dat je het mooiste kind
van de wereld hebt gekregen
en je lacht er niet eens verontschuldigend bij.
Je vindt hem schandalif mooi: moeder-
liefde is nergens mee te vergelijken.

Je legt je zoon in de wieg naast de kolenkachel
die weer terug is in het nieuwe huis.

Je vertelt hoe onbegrijpelijk je het vond
toen een zuster jouw kind wegdroeg
twee meter van je bed, je gaat bij he zoon zitten.
Ik mag hem even in mijn armen nemen.

Hij nam geen deel aan onze emotie
keek zonder verleden naar ons op.

==

Lieve M.
16

Je bent te dichtbij gekomen.
Ik heb lang met mijn brief gewacht
langer dan je lief was: hoe laat ik je los?

Nog steeds denk ik aan je, hoe je beweegt
nu in het nieuwe huis met je zoon
zie ik je lopen. Je laat hem niet meer los.

Heeft hij me van jou bevrijd?
Heeft hij jou van de vader bevrijd?
Hij maakt zich straks al van je los.

Je blijft alleen met sentimentele onzin:
'Een kind is altijd een bewijs van vreugde
en trouw', staat op één van de kaarten te lezen.