zondag 9 januari 2011

Democratie

Democratie

Vrijheid, gelijkheid en solidariteit zijn nog steeds idealen.
De vrijheid wordt vandaag vaak verkeerd begrepen: het is dan de vrijheid om zelf rijker te worden. Gelijkheid wordt begrepen als: we zijn allemaal gelijk, ongeacht onze bekwaamheden. Iedereen mag meepraten over bijvoorbeeld onderwijs of kernenergie. Solidariteit wordt door een parlementaire partij zelfs afgewezen onder het motto: naastenliefde is eigenhaat, solidariteit is diefstal.


Helaas kiezen de mensen die bang zijn voor anderen een partij die ze niet kunnen controleren in de hoop dat de leider hun situatie zal verbeteren. Dat de leider misschien, zoals vaak in het verleden gebeurde, alleen maar aan zijn eigen macht denkt en dat zijn paladijnen ook op eigen macht en voordeel uit zijn, wordt veronachtzaamd.


Er zijn verschillende tweedelingen in onze maatschappij: die tussen bezitters en armen en die tussen hoog en laag opgeleiden. Je kunt echter arm zijn en toch hoog opgeleid. Je kunt laag opgeleid zijn en toch rijk. Er zijn laag opgeleiden met een hoge moraal; hoog opgeleiden met een armzalige moraal. Waar vroeger het kerkgenootschap de mensen liet deelnemen aan idealen, daar zijn nu velen losgeslagen, onzeker, per definitie ontevreden en bang voor mensen met andere opvattingen. Ook vroeger was een kwart van de bevolking nauwelijks in staat een verstandige politieke keuze te maken.



Sommigen pleiten voor een politieke vaardigheidstest om een redelijke regering te verzekeren; anderen pleiten (weer) voor een verlicht despoot. Toch lijkt de democratie nog steeds de minst slechte staatsvorm. Als grote groepen van de bevolking ontevreden zijn over het beleid, moet er iets gedaan worden, desnoods tegen de zin van 'verstandige' lieden. Als kosmopolitisme niet geaccepteerd wordt door veel mensen, die kiezen voor kortzichtig eigenbelang, moeten we een stap terug nemen. Ontwikkeling lijkt nog steeds op de processie van Echternach.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten